- Kabouter Wip en
kabouter Wap
Die klimmen samen op de trap
En als ze eindelijk boven zijn
Glijden ze lekker vlug langs het gordijn
Weer netjes naar beneden.
- Dag paddestoelenmannetjes
Mevrouwtjes en meneertjes
Wat staan jullie grappig in het rond
Ik wed jullie komen net uit de grond
In vers gestoken kleertjes
Maar als ik straks naar huis toe ga
Dan krijg je vlugge voetjes
Dan dans je maar
En knik je lachend naar elkaar
En schudt je rode hoedjes.
- Zwikkeswuis vindt
daar een slakkenhuis
Het slakje is eruit gegaan
Maar heeft zijn huisje laten staan
Wel denkt nu de kabouter klein
Wat zal er in dat huisje zijn
Hij kruipt voorzichtig in het holletje
Oei daar stoot hij al zijn bolletje
Vlug vlug heel vlug
Loopt hij weer terug
Maar hij ziet niet de steen
En hij struikelt meteen
Hij valt het is heus
Boems op zijn neus.
- Drie kuikentjes
Drie kleine kuikentjes
van het zachtste dons
leefden heel gelukkig
op de boerderij van ons
Ze renden en ze piepten
ja over - óveral
tussen de paarden
en de koeien,
in de grote stal.
Op een dag riep een koe
heel hard BOE!!
en toen rende zo'n kuikentje
snel naar zijn moeder toe.
- Het kuikentje
Hier heb je een kruimeltje
van zacht lekker brood,
hier heb je een graantje
dan wordt je ook heel groot,
hier, slaap maar in dit nestje.
van zacht en geurig hooi.
Dan word je als jouw moeder
zo lief en ook heel mooi.
Dan ga je eitjes leggen
Daar eet ik er een van,
en ik breng jou weer kruimels
zoveel als ik maar kan.
- Nu het weer lente
worden wil
Komen er knoppen aan bloemen en bomen
Elfen werken heel stil
Zijn met z'n allen gekomen
Het weer verandert
En ook de kleuren
Zeg moet je eens ruiken
Die lentegeuren
Elfen geeft elkaar een hand
Dan dansen wij samen in het lenteland
- Wil je weten,
wil je weten
hoe je koekjes bakken kan?
Kijk, dat doe je zo, zo,
in een hele grote pan.
Meel en suiker met elkaar
roer je in de pan dan maar.
Boter, melk en ook een ei
roer je er dan ook nog bij.
Roer je alles met elkaar.
Kijk, zo wordt het deeg wel klaar.
Even proeven, even ruiken.
Een snufje zout en wat kaneel
kan het deeg nog gebruiken
. En dan rollen we kleine rondjes.
Dat worden koekjes voor onze mondjes.
En dan rollen we kleine rondjes.
Dat worden koekjes voor zwartjes en voor blondjes.
Van de rest een grote koek
die we bewaren voor feesten en bezoek.
Op de plaat alle rondjes netjes netjes naast elkaar.
De kleintjes hier en de grote daar.
Schuiven we alles de oven in.
Mmm, mmm ik krijg nu al in de koekjes zin.
- Rijden, rijden
naar grootje toe.
Grootje heeft een bontekoe.
Een bonte koe met horens.
Kerken dragen torens.
Huizen dragen nokken.
Meisjes dragen rokken.
Jongens dragen broeken.
En waar zullen wij gaan zoeken?
Hier en daar en overal.
't Koetje ligt al in de stal.
't Varkentje ligt al in zijn kot.
En grootmoeder roert in de breipot.
De pap wil nog niet koken.
De schoorsteen moet beter roken.
De kippetjes gaan al op stok.
En ieder kind eet z'n papje op.
En als een ieder is slapen gegaan
dan wachten daarboven de sterren en de maan.
- Hompeltje en
Pompeltje
die klommen op een berg.
Hompeltje was een kabouterman
en Pompeltje een dwerg.
Ze klommen en ze klommen
tot boven in het topje
en schudden met hun kopje.
Toen zijn ze in de berg gekropen
en niemand zag ze ooit meer lopen.
Nu slapen ze zachtjes op één oor.
St ...., ik geloof dat ik ze hoor!
- Berenbontje heeft
een hondje
Loggevoetje heeft het koetje
Ruigestaartje heet het paardje
Adriaan heet onze haan
Laridat heet onze kat
- Eendjes, eendjes,
fli-fla-flonder
Duiken op en duiken onder
Pootjes in de lucht gestoken
Een twee hoep daar zijn ze weer
Een twee hop daar zijn ze weer
- Tikke - takke
- tonen
Varkentje in de bonen
Koetje in de klaver
Paardje in de haver
Schaapje in het groene gras
Eendje in de waterplas
Visje in het netje
Kindje wip in bedje
- Galopspel
Te paard, te paard
Door weer en wind
Met vaart, met vaart
Waarheen gezwind?
Met brede mantel
Wapperend wijd
Mijn paardje trappelt wild en rijdt
De wijde wereld in
Joehee joehee
Zo is het naar mijn zin
Mijn paardje is
een wildeman
En niemand die hem vangen kan
Hij draaft en davert in het rond
En staat stampvoetend op de grond
Hij schudt zijn manen in galop
En draait dan driftig met zijn kop
Maar als ik een bordje met haver haal
Vergeet hij die kuren allemaal
Dan likt hij langs mijn wangetje
Dan is hij zo lief als een lammetje
Mmmmmm
|