Informatieavond kleuteronderwijsverschenenen in de schoolkrant St. Jan 1999auteur: Cindy Pronko |
Een informatieavond over kleuteronderwijs is het voor mijn partner en mij of meer voor nieuwe 'onwetende' ouders? Ons kind zit hier al een half jaar en wij weten tenslotte wel ongeveer wat hij de hele dag doet. Toch wilden wij er allebei heen. Als wij binnenkomen is er maar een heel kleine stoelenkring. Al snel worden er stoelen en banken en nog meer stoelen bij gehaald. Er zijn maar drie of vier 'nieuwe' ouders. Waarom zijn die ouders die wel al kinderen op school hebben, gekomen? dacht ik. Juf Ellie begroet ons en, met een zachte stem en aanstekelijke glimlach, begint ze ons te vertellen hoe, waarom en waarvoor zij het doet. Vroeger was de bron een ontmoetingsplek voor de mensen. Daar ging iedereen heen om water te halen, maar ook voor het sociaal contact. Zij wisselden nieuws en ervaringen uit. Sindsdien is de maatschappij steeds meer van een bewegingscultuur in een zitcultuur veranderd - van mobiel naar passief. In de kleuterklas wordt geprobeerd enigszins het gevoel van 'naar de bron toe gaan' terug te brengen. Er is waardering en eerbied voor de natuur en voor natuurproducten, en dat wordt verwerkt in spelletjes, versjes en zelfs materiaal. Ook het samenzijn is van belang - voor nieuwe ontdekkingen, voor het delen van ervaringen, voor het plezier van een vrolijk dansje, en ook zelfs voor ruzie. Maar wie zijn de kleuters eigenlijk en wat hebben ze nodig? Om daarachter te komen, kunnen wij ze bekijken binnen hun eerste ontwikkelingsfase van zeven jaar. In de eerste drie levensjaren neemt een kind heel veel ruimte in. Er is veel activiteit rondom gebouwd terwijl het contact zoekt en een gang naar de buitenwereld. Een opvallend en attractief kenmerk van jonge kinderen is hoe rond zij zijn - hun wangen, hun buiken, de kleine kussentjes op hun handen. Zij leren zich omdraaien, lopen, spreken. Ze bootsen alles na - soms tot lachwekkende extremen. Langzaam maar zeker worden de bewegingen steeds meer gecontroleerd. Het denken is nog sterk associatief. Rond het derde jaar kunnen zij zich dingen herinneren. Dit geeft kracht aan de innerlijke wereld van een kind. Met vier jaar mogen kinderen naar de kleuterschool. In de kleutertijd bereikt de fantasie van het kind een hoogtepunt. Door de wereld na te spelen verbindt een kleuter zich steeds meer met de wereld om zich heen. Op de Vrije School wordt dit optimaal benut. Er is een vol uur vrij spelen elke ochtend, zodat de kinderen de ruimte, de tijd, het materiaal en het gezelschap hebben om hun fantasie los te laten barsten. De taak van de juf is om te observeren, en alleen als het het niet zelf lukt, een kind uit te lokken om in een spel te komen. Binnen een sfeer van warmte en geborgenheid durven de kleuters hun fantasieën te uiten en te worden wie ze zijn. Er is ook begeleid spelen. Activiteiten zijn wassen, malen, brood bakken, appelmoes maken. Alle zintuigen worden gestimuleerd. De ochtend begint in een kring (weer een figuratieve bron). Er zijn liedjes en een groet van de klaskabouter die het wel en wee van de klas in de gaten houdt. Verder doet iedereen mee aan 'het ochtendspel'. Dit is een combinatie van taal, muziek en beweging die de klas twee weken lang doet voordat een nieuwe serie begint. De seizoenen fungeren altijd als inspiratiebron voor het ochtendspel, evenals voor andere activiteiten. Een idee van de manier van begeleiding wordt duidelijk als er verdere uitleg over het ochtendspel gevraagd wordt. Juf Ellie staat meteen op en trekt ons mee in een kring. Hand in hand zingen en lopen wij, stampen en kijken naar de noorden- en oostenwinden die langs ons heen waaien. Door het gevoel van de bron als centrale ontmoetingsplek de school binnen te halen, wordt er een vertrouwde plek gecreëerd waar de kinderen steeds naar terug willen keren. Tijdens deze avond wordt het duidelijk dat dit gevoel ook bij de ouders kan leven. |
terug naar de index |