Pasen IIverschenenen in de schoolkrant Pasen 1996auteur: M.Commandeur |
In de eerste eeuwen van het christendom was Pasen het belangrijkste feest. De oud-Germaanse voorjaars- en lichtgodin heette Ostara. De Duitse en Engelse woorden voor Pasen: Ostern en Easter verwijzen daarnaar. Het is het feest van de opstanding van Christus 's morgens vroeg, toen de zon opging. Er zijn 2 feesten in het Christelijk jaar, die een voorbereidingstijd kennen: het Kerstfeest met de Advent en het Paasfeest met de lijdenstijd. Het licht, dat ons omstraalde in de heilige nacht van de geboorte van Jesus, lijkt nu ver achter ons. De warmte, die er toen om ons heen was, van gezelligheid en blijheid, zijn we alweer bijna vergeten. Tegen het einde van de winter verlangen we naar uiterlijke warmte, naar bonte bloemen, ruisende bladeren en dansende vlinders. Ondanks ijspret en schaatsplezier, waar we dit jaar veel van hebben kunnen genieten, verlangen we naar de zon, die zijn warmte aan de aarde schenkt, waardoor er weer leven kan ontstaan. Het lijkt zo doodgewoon, maar het is heel bijzonder dat de planten in het voorjaar tegen de zwaartekracht in groeien, terwijl ze in de herfst met de zwaartekracht meegaan. Het voorbijgaande van het leven hebben we kunnen ervaren in de herfst. In de winter zijn we op onszelf aangewezen. Het is een tijd van duisternis, van inkeer, van innerlijk leven. In voorchristelijke tijden vierde men aan het einde van de winter de oude natuurfeesten, die de overwinning van het licht op de duisternis symboliseerden. Het is niet toevallig, dat de jonge lente het seizoen van Pasen is. Ieder jaar kunnen wij in het groeien en bloeien weer beleven, dat de ziel van de aarde zich verheft uit de diepten. Een voorwaarde voor het ontstaan van een nieuwe toekomst van de wereld is, dat de mensen daaraan meedoen. Pasen is ondenkbaar zonder de voorafgaande lijdenstijd. De opstanding is pas mogelijk na de dood. Toen Christus op aarde wandelde, konden de meesten van zijn land- en tijdgenoten Hem niet erkennen als de Messias, de Verlosser, die zij verwachtten. Op Palmzondag juichten de mensen Jesus toe. Ze dachten, dat nu eindelijk zijn zending openbaar zou worden en op grootse wijze in vervulling zou gaan. Daar werken dan nog de oude zonnefeesten in mee, uit oeroude tijden. Zij waren zich echter niet bewust van het feit, dat "Zijn rijk niet van deze wereld is", zoals Hij later in de Stille Week aan Pilatus uitlegde. In de lijdensweek, die op Palmzondag begint, zien we dat de strijd zich van buiten naar binnen verplaatst, tot op Goede Vrijdag, wanneer de strijd helemaal naar binnen is gekeerd. We moeten ons echter niet beperken tot de lijdensweg naar Golgotha, die Christus op Goede Vrijdag ging. Dan is Christus de man van smarten geworden. Achter het schijnbaar passieve ondergaan van geseling en kruisiging doemt de grote strijder en overwinnaar op. Daardoor krijgt deze week het karakter van Stille Week. Van de 4 aartsengelen, die de loop van het Christelijk jaar begeleiden is Raphaël de aartsengel van de lentefeesten. Uit het Hebreeuws vertaald, betekent deze naam "God geneest", ofwel "genezende kracht van God". Met Pasen werkt de genezende kracht, doordat de hereniging plaatsvindt tussen hemel en aarde, tussen God en mens. De goddelijke geest van Christus heeft het menselijk lichaam van Jesus zo geheel doordrongen en zich verbonden met de aardse materie, dat hij de dood van de materie kon ondergaan en het leven in het bovenzinnelijke kon behouden. De Christusgeest doordringt de aarde, door met de opstanding uit de dood er een eeuwigheidskarakter aan te verlenen. Deze herschepping van de wereld geschiedt van binnen uit, door de inwerking van het licht in de oude schepping, met medewerking van en door middel van de mensen. Jonge kinderen tot ±10 jaar mogen aan dit proces nog niet bewust deelnemen. De grootste terughouding is geboden, als we kinderen met de lijdenstijd vertrouwd willen maken. Maar een grote hoeveelheid gebruiken en symbolen staan ons ter beschikking en kunnen ons helpen. Als kruis kunnen we denken aan het Ierse kruis of aan Longobardische vlechtwerken. Verder is er de paashaas, het onbaatzuchtige dier, dat zich in nood opoffert ten behoeve van zijn soortgenoten. Hij verstopt de prachtig geschilderde paaseieren en mag niet gezien worden. De haas is zeer waakzaam en heeft een scherp waarnemingsvermogen voor goed en kwaad. Op de seizoentafel kunnen we uitbottende takken neerzetten met allerlei ontwakende bloemenkindertjes en jonge diertjes. Zo kan de paastijd ons levens-vreugde en vertrouwen schenken. |
terug naar de index |