De vierde klas

In een vierde klas komen heel wat nieuwe, andere dingen aan de orde. In dit jaar gaan we voor het eerst echt om ons heen kijken, de windrichtingen opsporen, kaarten maken (en lezen) in de Heemkunde van in ons geval Oudorp (en meer); een eerste aardrijkskunde dus.

We zullen ontdekken, dat je ook met gebroken getallen kunt rekenen (de breuken). De dieren komen "de klas in" met dierkunde (in samenhang met de mens). Dit jaar gaan we ook de andere ochtendspreuk zeggen (die meegaat tot en met de bovenbouw). Met zingen oefenen we de canon: hoe blijf je bij je eigen stem en hoor je toch de ander? Maar vooral de vertelstof luistert en vertelt ingrijpend anders dan de verhalen van het Oude Testament uit de 3e klas. De wereld van de Noord Germaanse Goden en daarmee de werelden van Asgaard, Midgaard Götenheim, de levensboom Yggdrasil, bevolkt met talloze wezens (zoveel vreemde namen) en soms verwarrende vaak heftige wederwaardigheden in de strijd tussen Asen (goden) en reuzen, waartussen de mens in Midgaard leeft.

Vertelstof, die je door elkaar kan schudden, zoals een 4e klasser ook door elkaar geschud kan worden van binnen, maar altijd komt er iets nieuws na de strijd tevoorschijn. Wakker moet je zijn in de 4e klas met rekenen en taal, maar ook in de stafrijm die zo bij de Edda hoort en waarin we ook nu reciteren. Kortom, de kinderen groeien en veranderen en de leerstof verandert mee. De 4e klas is een groeiende en spannende klas.