Spelletjes in de kleuterklasVerschenenen in de schoolkrant Kerstmis 1995auteur: Ellie Bus Impressie van een ouderavond met Gerda Koelemeijer, de kleuterleidster uit Hoorn |
Het was een fijne avond met Gerda Koelemeijer, de kleuterleidster uit Hoorn. Ze wist een intieme zachte sfeer te scheppen. Juist die sfeer, die het jonge kind zo eigen is en zo wezenlijk voor wat we doen in de klas .Ze begon met de kring, waarbinnen de kinderen elke morgen weer worden begroet. De kring is een omhulling, je kunt elkaar zien en herkennen, een oergebeuren, zoals de groeiringen van de boom, de ringen in het water, veroorzaakt door druppels, of de ring van de paddestoelen. Voor ons is dat vanzelfsprekend, maar kinderen dragen nog de kracht van de verwondering en overgave in zich. Ze zijn nog vol aandacht voor elkaar. We gaan met elkaar kringspelletjes doen. Eerst: 'K moet dwalen 'K
moet dwalen Dwalen is het leven voor de geboorte. De kleine springer in het veld is de geboorte op aarde. De hoed: ontvanger van ideeën en inspiratie uit de geestelijke wereld (de mijter van de Sint). De ander: jij bent iemand met wie ik hier iets wil of moet. Bergen en dalen. Betere tijden - harde tijden. Dit thema komt ook weer terug bij zakdoekje leggen: een ontmoeting (stof - goed, leer - slecht), jou zoek ik uit. Zo hebben vele oude liedjes hun eigen symboliek en geestelijke oorsprong. De spiraal of sliertspelen De boom wordt hoe langer hoe dikker of klippa klappa kluisje, wie komt daar in mijn huisje: een slakkeliedje. Het inwikkelen en uitwikkelen is een incarnerend en excarnerend proces. Als we daarna weer de kring sluiten landen we weer op de aarde. Bij advent gebruiken we de spiraal als weg. Een grote spiraal van dennegroen wordt neergelegd en kinderen wandelen met een kaarsje naar het midden om hun lichtje te ontsteken. Ze zetten dit lichtje langs de weg van takken, zodat er een spiraal van licht ontstaat, de weg waarlangs het Jezuskind zijn plek naar de kinderen zal vinden. De spiraal- of zoektocht vinden we terug in het doolhof of labyrinth, en in oude Keltische tekens. Wiegeliedjes Het kind is echter niet alleen tastzin, maar ook levenszin. En dat staat voor het zich behaaglijk voelen, of juist honger ervaren en willen drinken. Ook bewegingszin: volgen met de ogen bijvoorbeeld, zien en volgen van papa en mama (tegenwoordig zijn de wandel-wagentjes zo gemaakt dat het kind met zijn gezicht van de duwer afzit, geen oogcontact heeft met het belangrijke en vertrouwde). Handjes zien, voetjes bewegen. Evenwichtszin: zitten, staan, lopen, balanceren, wippen, wegen, schommelen, wiegen. Naarmate het kind ouder wordt gaat het zijn evenwicht steeds meer beheersen. Dit wordt ook weer een zielekwaliteit voor later. Door het evenwicht ervaar je je ik. Gerda doet wiegeliedjes met een wikkelpopje. Weer is oogcontact belangrijk. Tussendoor komen er vragen over moedertalen. Kun je ook Friese liedjes zingen? Juist de klanken van andere talen zijn zo goed. Het gaat niet zo zeer om de inhoud maar om de intentie, de stem, klank en warmte. Schootliedjes en
spelletjes Zo rijden de heren
in hun bonte kleren (deftig) Er bestaan vele
schootspelletjes. Het hele leven van het jonge kind kan men begeleiden met zingen, neuriën, niet veel praten, dat heeft geen zin. Wat zin heeft, is aandacht voor datgene wat je doet, het gebaar. (Steiner zegt: liefde is datgene wat je doet). Als kinderen elkaar pijn hebben gedaan richt je de aandacht niet op het "drama" wat zich heeft voltrokken, maar op de pijn: hele hele hele Of op de handjes die de pijn hebben veroorzaakt. Daar aai je over en zingt een liedje. Gerda's bron is onuitputtelijk. Er volgen nog vele liedjes en vingerspelletjes uit de herfsttijd over het appelvrouwtje en het spinnetje. (Met wijsvinger/middelvinger)
Twee spinnetjes twee
spinnetjes Dan is het 22.00 uur. De tijd is omgevlogen. We hebben ons tegoed gedaan aan diepe innerlijke waarden en waarheden die van het grootste belang zijn voor de kinderen van 0-7 jaar. Met dank aan Gerda. |