Een ochtend in de kleuterschoolverschenenen in de schoolkrant Michaël 1995auteur: Ellie Bus |
Vlak voor de school begint druppelden de kinderen binnen. Zo vlak na de zomervakantie stralen ze nog van de overvloedige zon, ze zijn goed gemutst en maken een vrolijke uitgeslapen indruk. Velen zijn oude bekenden, ze gaan zitten in de kring en ze weten dat, zodra juffie op de lier begint te spelen, papa of mama hen alleen laat in de groep. Soms is dat afscheid nog moeilijk, maar naar mate de dagen verstrijken kunnen de nieuwe kinderen steeds beter afscheid nemen. Afscheid nemen is een kunst op zich, een ritueel. Als de deur achter de laatste ouder gesloten wordt, ontstaat er een nieuwe cirkel, een band tussen de kinderen en de juf, een van diepe concentratie en rust. Goede morgen lieve
zon Dan wordt de klassedwerg gewekt en de dwerg vertelt over kinder lief en leed, herkenbaar. Ze zijn dol op hem, en er wordt om hem gevochten als hij uit logeren wil. Dan volgen de vingerspelletjes, vele kennen de kinderen al. Berenbontje heet
het hondje Vingertopjes tegen elkaar. "Juf ik kan het al, kijk maar." De groteren willen het laten zien, ook hun bruggetje, of Piek en Poek. De kleintjes kijken het dromerig aan. Begrijpen het schijnbaar nog niet zo goed, maar thuisgekomen doen ze het toch na. Lang zitten is slecht voor het opgroeiende kind dus vrij snel gaan de bankjes achteruit, maken we een kring en ontstaat het arbeidsspel. Na de zomer hebben we het strandspelletje gehad, daarna de boer en de bakker en nu in de herfst zijn we bij de Appelvrouw aangeland. Elk seizoen heeft zo z'n eigen arbeids-spelen. Allerlei bewegingen, grote, kleine, buigen strekken, tenen lopen, voor, achter, enz., zijn in het ochtend-spel opgenomen, niet wild achter elkaar, maar vloeiend rustig en af en toe toch lekker wild, zodat een ochtendspel een ademend geheel is. En als het is afgerond, doen we de ochtendspreuk. Stralend stijgt de
zon omhoog In de nacht hebben kinderen weer frisse nieuwe krachten opgedaan en gaan heerlijk spelen. Maar kinderen vragen altijd nog even om de "eikeboom". Wij zijn de grote
eikeboom Ik denk dat ze dit spelletje fijn vinden omdat ze hierdoor lekkerder in hun vel gaan zitten, of in hun eigen ruimte. Het vrije spel begint. Een uur lang mogen ze zelf kiezen. Hierdoor ontwikkelen ze niet alleen hun fantasie en innerlijke beweeglijkheid, maar ook hun sociale vermogens. Er wordt gebouwd, gesjouwd, gekookt, gepoetst, verkleed, met de poppen gespeeld, met water, sop en zand. Kleden voor hutten, tafels stoelen, banken, alles wat voor handen is wordt benut. Soms spelen er vele kinderen samen, soms twee en soms een kleintje alleen. Spelen moet in de kleuterfase. Het is de basis voor de rest van ons leven wat betreft die innerlijke beweeglijkheid. En als een kind niet kan spelen? Dan speel ik met hem of haar. Blokken bouwen, en weer afbreken, poppen lekker in bed stoppen, eten koken. Doen en nadoen. Het kind meenemen in de aandacht die je hebt voor het eigen doen. Het duurt niet lang of je hebt niet alleen dat ene kind onder je hoede, maar al gauw vier of vijf. Als het kind echt de speeldraad te pakken heeft, dan trek ik me terug en kijk hoe het gaat. Kinderen spelen met kinderen, daar moet je je als volwassene niet altijd mee willen bemoeien. Maar soms is het juist goed om het wel te doen, om ze op gang te helpen of te sturen als het spel te wild wordt. Na een uur is het opruimtijd. Ikzelf begin een of twee hoeken op te ruimen en dan wordt de opruimbel geluid. Kleden vouwen, blokken sorteren, pannen schrobben, het zijn allemaal structuur en rustbrengende activiteiten. Kinderen worden tijdens het spel en werken heel groot, raken wat buiten zichzelf, door het ordenen van spullen worden ze weer rustig. Na het ruimen zitten we weer in de kring. We doen wat spelletjes, dansjes, luister- en raadspelletjes, en dan een verhaaltje. Punt en Milosj uit het land van de watervallen zijn geliefde, moedige vrienden van de kinderen. Alle elementen die herkenbaar zijn voor de kinderziel worden er dankbaar in opgenomen. Elke dag zijn er weer nieuwe lieve of spannende of stoute avonturen. We zien het echt gebeuren! Dan gaan we eten en naar buiten, waar schommels en scheppen wachten, waar evenwicht, tastzin, levenszin (vreugde), beweging worden geoefend in herhaling. Buiten waar het lekker ruikt, de vogels zingen, de bloemen bloeien en waar honderden lieveheersbeestjes zijn. Waar wordt gerend en gereden, gestept en gesprongen. En soms zijn er plassen en regent het. Ook dat is niet erg: wat is er fijner dan spelen met water en zand? Emmers vol water dragen de kinderen naar de zandbak, waar watervallen en geulen zijn, die steeds weer veranderen. Opruimen: alles weer in het schuurtje, en vanaf de rand van de zandbak naar binnen. Werken: schilderen met z'n allen, of tekenen of met bijenwas plakken of brood bakken. We zitten dan allemaal rond de tafels en bij het schilderen hebben we een versje: Kabouter Langbaard
ging uit wandelen Na de klassikale activiteit gaan de kinderen in de kring zitten en als ze op elkaar moeten wachten, pakken ze even een prentenboek. Tot slot is er dan nog een sprookje. Elke dag opnieuw. Er was eens... soms weken achtereen. Kinderen luisteren met dromerige blik, en open mond. De beelden vallen naar binnen en hoe vaker het verhaal wordt verteld, hoe dieper en steviger de beelden zich vastzetten in het kind, als kostbare juwelen. Dan is het tijd. De zonne gaat dalen
Dag lieve kinderen, tot morgen. En na een hand worden ze weer overgedragen aan mama of papa, die de kinderen hartelijk begroeten. |
terug naar de index |