Dierkunde in klas 4verschenenen in de schoolkrant Kerstmis 1995auteur: Rob Damen |
In de afgelopen vier weken hebben we in de vierde klas een dierkundeperiode met elkaar beleefd. Het was bijzonder om weer te ontdekken hoe direkt deze periode bij de kinderen aansloot in hun beleving! We namen het beeld van de mens, als samenvatting van het Dierenrijk, als uitgangspunt. De mens is vrij in zijn handelen, al is hij niet zo handig als elk specifiek dier (geen mens kan zo zwemmen als een vis, zo graven als een mol, of zoals een spin haar web weven, of ...). Zo konden we gaan kijken in de bonte, uiteenlopende wereld van de dieren; hoe elk dier zich heeft uitgevormd in zijn specifieke verschijning en gedrag met een ingebouwde wijsheid (het zogenaamde instinct). Vooral de tegenstellingen worden dan heel opvallend: de olifant en de muis, de adelaar en de koe, de zeehond en de mol. Het is heerlijk om hierover te kunnen vertellen. Je ziet de dierenwereld zelf ook weer met andere ogen: de koe in de wei, de reiger naast de sloot, het web van de spin, en je komt zelf ook weer allerlei dingen aan de weet. Het is nog mooier om te zien wat dit oproept bij de kinderen: ze kunnen zelf veel vertellen over belevingen met dieren, en zo hoorde en leerde ik ook weer van de kinderen, en zij van elkaar. De dieren staan dicht bij de mens en we (de kinderen) kunnen er verwonderd en dankbaar naar kijken. We hebben erover gepraat, geschreven, veel over getekend (gekeken!), we bewogen als dieren, we hebben ze geboetseerd en geschilderd. Kinderen kwamen zelf met verhalen, plaatjes en boeken, kortom het "leefde" in de klas en we leerden vanuit de belangstelling veel. We hadden rustig nog een hele tijd met de dieren bezig kunnen zijn, maar het is ook goed om je te kunnen beheersen, daar zijn we tenslotte ook mensen voor. En er zijn ook nog andere zaken, waar we ons in de vierde klas mee bezig kunnen houden. Een toneelstuk over de hamer van Thor bijvoorbeeld. Aanbevolen literatuur: |
terug naar de index |