De tweede klasverschenenen in de schoolkrant asen 1995auteur: Ella Amse |
Terugblikkend naar 't verkleedfeest zie ik de kinderen weer voor me, zittend in de kring en allen verkleed in een dierengedaante uit de vertelstof van de 2e klas: de fabels. De slimme en ondeugende vos met zijn mooie staart, de eigenwijze haas met zijn worteltjes, de 2 schildpadden die zo leuk op hun rug konden rollen en 't kleine verlegen muisje dat later de grote stoere leeuw uit zijn net mocht verlossen. Met veel plezier hebben de kinderen de afgelopen maanden de fabels nagespeeld en de verschillende dieren met één van de menselijke karaktertrekken uitgebeeld. Menselijke eigenschappen, zwakheden en eenzijdigheden die door 't beeld van 't dier wordt aangeduid. De gulzige wolf, de driftige stier, de verwaande gaai; 't dier lijkt toch weinig van zijn daden te leren. Daarentegen vertellen de legendes over de mens die dikwijls langs de moeilijke weg van armoede, kuisheid, offerkracht en liefde tot inkeer en inzicht is gekomen. De mens die niet handelt vanuit zijn 'dierlijke' impulsen doch als "ik" wezen beleefd wordt, die anderen helpt en steunt. Stil luiste-ren de kinderen naar de verhalen..... In de tweede klas komt steeds meer ';t individuele van 't kind naar voren. De tweede klasser verbergt niets. Ook niet de hebbelijk- en onhebbelijk-heden. Sympathie en antipathie liggen vaak heel dicht bij elkaar en ze kunnen ook over en met elkaar nog heel ongenuanceerd denken en spreken. Ze herkennen nog niet zo bewust hun eigen zwakheden doch via de vertelstof houden we hun a.h.w. een spiegel voor. In de taalperiode hebben we n.a.v. de vertelstof veel getekend en geschreven en gerijmd. Zo ook o.a. de ie van mier geleerd, de eeuw van de leeuw, de au van pauw en de aai van de kraai en natuurlijk het alfabet van voor naar achtergelopen. In de rekenperiodes hebben we hard aan de tafels gewerkt(!) De rekentafels wel te verstaan. Vreugde in allerlei ontdekkingen bij het schrijven en tekenen van de tafels. "Rekenen doe je overal juf" Ja, van de knopen aan je jas tot bij 't knikkeren en touwtje springen op 't plein. Vanuit de heemkunde hebben we de seizoenen, de maanden en dagen van de week behandeld. Zo hebben we leren klokkijken. Twaalf kinderen in een kring een "grote" en "kleine" wijzer lopen, de 'klepperman van elleven' vertelde 't uur. We hebben geknipt, geplakt en ons klokkenboek gemaakt en we vonden de tafel van 5 ook in de klok. En nu slaat de klok........ |
terug naar de index |