Het tweede klasonderzoek.verschenenen in de schoolkrant Kerstmis 2000auteur: Ida Brouwer |
Het tweede klasonderzoek heeft bij ons op school altijd plaats aan het begin van de tweede klas. Het is namelijk een observatie-instrument waarbij je twee kijkrichtingen hebt: je kijkt terug naar de eerste zevenjaarsperiode: hoe is de ontwikkeling van 0 tot 7 jaar geweest. en je kijkt vooruit naar de komende tweede zevenjaarsperiode: hoe zien wij de ontwikkelingsperiode van 7 naar 14 jaar. Ik kijk naar de specifieke leervoorwaarden; een belangrijk onderdeel is hiervan de motorische ontwikkeling. Hoe heeft het kind bezit genomen van zijn fysieke lichaam. Een goede motorische ontwikkeling helpt je je lichaam goed te gaan "bewonen". Het kind heeft dan zelf de volledige sturing over zijn lichaam en wordt niet gehinderd door reflexmatige meebewegingen die hem hinderen in zijn bewegen én leren. Een rijpingsachterstand heeft gevolgen voor het leren en er zouden dan leerproblemen kunnen ontstaan. Daarnaast kijk ik naar de specifieke auditieve en visuele voorwaarden, nodig om goed onderscheid te kunnen maken tussen klanken en het zien van verschillen in tekens, plaatjes enz. Dit onderzoek geeft geen zicht op de intelligentie. Met betrekking tot
de ontwikkeling van kinderen zijn het drieledig en vierledig mensbeeld
van belang. In de drieledigheid onderscheiden we denken, voelen en willen.
Hierbij kijk ik naar de cognitieve ontwikkeling, de sociaal emotionele
ontwikkeling en de motorische ontwikkeling. Bij het vierledig mensbeeld
spreekt Rudolf Steiner over de vier wezensdelen: fysieklichaam, etherlichaam,
astraallichaam en Ik. Deze vier wezensdelen spelen in elke leeftijdsfase
een rol, maar in de ontwikkeling van een kind zijn drie zevenjaarsperioden
te onderscheiden ( 0 tot 7 jaar, 7 tot 14 jaar en van 14 tot 21 jaar )
waarin de werking van één wezensdeel op de voorgrond treedt.
Als je geen goede motorische ontwikkeling doormaakt dan zie je onwillekeurige reflexen optreden; meebewegingen noemen we dat. Deze onwillekeurige reflexen kunnen een moeilijke, complexe beweging onmogelijk maken. Het kan het totale bewegingspatroon zelfs verstoren. We onderscheiden
in de motorische ontwikkeling: Daarnaast gebruik ik de Bioptor standaard bij het tweede klasonderzoek. Hiermee krijg ik een globaal beeld van het functioneren van de ogen: hoe is de samenwerking tussen beide ogen, hoe is het scherpzien voor veraf ( 6 meter ) en dichtbij ( 40 cm. dus werkafstand ), hoe is de fusie ( krijg je de beelden van beide ogen goed op elkaar, schuiven ze juist over elkaar heen of krijg je de beelden niet exact op elkaar ) en stereozien of dieptezien. Want wat is nu de werkelijk waarneembare wereld. Je weet nooit wat een ander ziet, je neemt aan dat wat jij ziet de anderen ook zo zien, maar is dat werkelijk zo? Kleurenblindheid is duidelijk, maar als je alles verder waarneemt dan het is of juist dichterbij of als je alles waarneemt als door twee kokers dan accepteer je dat als werkelijkheid en je denkt dat anderen dat ook zo zien. Dit heeft natuurlijk veel consequenties voor het leren lezen en schrijven op school. Je kunt de letters niet goed vormen, moeite om een bladzijde goed in te delen, je maakt altijd schuine rijen bij het onder elkaar schrijven, het lezen gaat moeilijk, je krijgt hoofdpijn enz. Het tweede klasonderzoek wordt afgesloten met een gesprek tussen ouders, leerkracht en mij, waarbij we naar de ontwikkeling van het kind kijken. Zijn er nog bijzonderheden te melden uit de eerste zevenjaarsperiode, wat kunnen we verwachten naar de toekomst toe. Het kan gebeuren dat er klassikaal dingen nog eens extra doorgeoefend moeten worden of dat er individueel extra ondersteuning moet worden gegeven in de vorm van remedial teaching of therapieën ( muziek- of kunstzinnige therapie, heileuritmie of sensomotorische training ) of mogelijk verder specialistisch onderzoek. Hierbij is ons uitgangspunt altijd: hoe kunnen wij dit kind op onze school nog beter helpen bij zijn verdere ontwikkeling. Bovengenoemde therapieën kunnen onder schooltijd bij ons op school worden gevolgd. |
terug naar de index |